Elektronische muziek

Elektronische muziek is een verzamelterm voor muziek die gemaakt is met elektronische muziekinstrumenten. Elk geluid dat wordt geproduceerd door een elektronisch apparaat kan elektronisch genoemd worden. Zelfs in muziek die hoofdzakelijk akoestisch gespeeld wordt, kan het gebruik van elektronische versterkers ervoor zorgen dat de muziek gelinkt wordt met de term "elektronisch muziek", zoals in bepaalde jazz en folk-muziek wel gebeurt. Waar men halverwege de 20ste eeuw met de term elektronische muziek nog doelde op de experimenten met elektronische instrumenten, die in contrast stonden met populaire of klassieke muziek, is de term tegenwoordig een uitgebreide losse verzamelnaam geworden, waar een groot aantal van de populaire, underground, experimentele of andere muziek in kan worden ondergebracht.

Als muziekgenre, zoals die gebruikt wordt door muziekcritici of door marketing, duidt de term elektronische muziek meestal op muziek die hoofdzakelijk door elektronische apparaten zoals synthesizers, samplers, computers en drummachines wordt gemaakt. Theoretisch gezien kan de muziek nog om het even welk ander instrument bevatten. Met elektronische muziek kan men ook naar computermuziek verwijzen, omdat met software geluiden digitaal en gemakkelijk kunnen worden verwerkt en bewerkt.

Eind 19de, begin 20ste eeuw
Een belangrijk vroeg elektronisch instrument was het Teleharmonium of Telharmonium, ontwikkeld in 1897. Het gebruik van het Teleharmonium was echter nogal omslachtig en lastig: het ding woog zeven ton en was zo groot als een goederenwagon. Als een van de eerste praktisch bruikbare elektronische instrumenten wordt de Theremin genoemd, uitgevonden omstreeks 1919-1920. Een ander vroeg elektronisch instrument was het Ondes-Martenot, dat door Olivier Messiaen werd gebruikt en ook door andere, vooral Franse, componisten.

De jaren '40 en '50
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd elektronische muziek gezien als een middel om zich te ontdoen van de beperkingen van traditionele instrumenten. Als echte start voor de modern elektronische compositie wordt de ontwikkeling van musique concrète en de bandopnemer in 1948 gezien. Dit werd nog versneld dankzij de bouw van primitieve analoge synthesizers. De eerste stukken musique concrète werden geschreven door Pierre Schaeffer, die later samenwerkte met avant-garde klassieke componisten zoals Pierre Henry, Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen. De eerste muziek voor magneetband in de Verenigde Staten werd door Louis en Bebe Baron gemaakt in 1950.

Het Columbia-Princeton Electronic Music Center in New York City (nu het Computer Music Center) werkt al sinds begin jaren 50 met bewerkingen op magneetbanden. De RCA Mark II Sound Synthesizer, die oscillatoren met vacuümbuizen gebruikte en een eerste elektronische sequencer bevatte, is een belangrijk resultaat uit dit muzieklab. Dit centrum werd het middelpunt voor Amerikaanse elektronische muziek tot rond 1980. Robert Moog zou daar later ook zijn Moog-synthesizer ontwikkelen.
Andere bekende componisten op dit gebied zijn Edgard Varèse en Steve Reich.

In Nederland was het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven de bakermat voor de elektronische muziek. In het NatLab experimenteerden Dick Raaijmakers en Tom Dissevelt met zelf ontwikkelde elektronische apparatuur, om hun eerste elektronische composities met eindeloos geduld via tapemontages in elkaar te zetten. In 1956 verscheen de compositie "Electronic Movements" van Tom Dissevelt geassisteerd door technicus Kid Baltan. Kid Baltan is een anagram van "Dik Natlab", de bijnaam van Raaijmakers.

Een andere componist die door het Natlab werd uitgenodigd om zijn kennis van muziek in te brengen in de verdere ontwikkeling van elektronisch voortgebrachte muziek, was Henk Badings. Net daarvoor was hij in 1956 door het Holland Festival uitgenodigd om een elektronische score voor de ballet-productie Kain en Abel te maken. Gedurende zeven jaar zou vanuit het Natlab in Eindhoven veel elektronische muziek gecomponeerd en gemaakt worden. Al deze composities zijn gebundeld op 4 cd's en samengevoegd in een, van zeer uitgebreide documentatie en verantwoording voorziene, uitgave "Popular Electronics. Early Dutch electronic music from Philips Research Laboratories, 1956-1963".

De jaren '60 en '70
Ron Grainer en Delia Derbyshire componeerden als een van de eerste elektronische muziek voor televisie. Zij maakten o.a. de muziek voor Doctor Who in 1963.

Hoewel elektronische muziek was begonnen in de wereld van klassieke compositie, werd het fenomeen al snel opgenomen in de populaire cultuur. In de jaren 60 maakte Wendy Carlos met twee opmerkelijke albums vroege synthesizermuziek populair, o.a. door stukken barokmuziek te reproduceren op Moog-synthesizers. De Moog genereerde in die tijd slecht één enkele noot per keer, zodat het produceren van gelaagde muziek vele uren studiotijd kostte. Die eerste apparatuur stond er echter om bekend onstabiel te zijn, en ging vlug uit toonhoogte spelen. Toch namen verschillende artiesten (bv Emerson, Lake & Palmer) de instrumenten mee op tournee. Zelfs de Theremin, die nog moeilijker was om te bespelen, werd in popmuziek gebruikt ("Good Vibrations" van The Beach Boys, Strawberry Fields Forever van de Beatles).

Naarmate de technologie zich ontwikkelde, en synthesizers goedkoper, robuuster en draagbaarder werden, werden ze door meer en meer rockbands gebruikt. Hoewel de muziek niet noodzakelijk volledig elektronisch was, werd het eindresultaat sterk beïnvloed door synthesizers. Ook in de jazzwereld werden akoestisch instrumenten en synthesizers gecombineerd. Jazz-pianist Herbie Hancock liet met zijn groep Head Hunters de jazz-luisteraars kennis maken met een ruim palet van elektronische klanken, waaronder de synthesizer.

Artiesten zoals Brian Eno, Vangelis, Jean Michel Jarre en de Japanse componisten Isao Tomita en Kitaro hielpen de elektronische muziek te verspreiden. Daarnaast zijn ook de Nederlandse Ron Boots en Gert Emmens uitdragers van dit genre. Ook de filmindustrie ging uitgebreid gebruik maken van elektronische muziek voor soundtracks. Een voorbeeld is de muziek voor A Clockwork Orange van Stanley Kubrick. Vooral sciencefictionfilms, zoals Blade Runner en Alien, rekenden erg op de elektronische muziek en elektronische effecten voor de stemming en de sfeer van de films. Uiteindelijk gingen elektronische artiesten volledige soundtracks voor films leveren.

Eind jaren 70 tot eind jaren 80
Op het eind van de jaren 70 en het begin van de jaren 80 kwamen vele vernieuwingen in de vorm van digitale synthesizers en samplers. De eerste samplers waren zware en dure apparaten. Tegen halverwege de jaren 80 werden goedkopere samplers ontwikkeld. Vanaf het eind van de jaren 70 werden deze instrumenten algemeen verspreid in de popmuziek. Artiesten als Eurythmics, Orchestral Manoeuvres in the Dark en Depeche Mode maakten nieuwe muziek die succesvol de hitparades zou bevolken.

Recente ontwikkelingen
Door gebruik van elektronica slaagt men erin om snellere en preciezere ritmes te creëren dan mogelijk is met traditionele percussie. Elektronische dansmuziek bevat vaak elektronisch bewerkingen (samples) van traditionele instrumenten en zang. De blijvende daling in prijs van elektronische uitrusting zorgt ervoor dat popmuziek meer en meer elektronisch wordt gemaakt.
Door de decennia heen is in de elektronische muziek steeds minder van één genre te spreken. Vooral sinds de jaren 90 omvat de term een grote waaier aan genres, stijlen en substijlen. Eenduidige grenzen zijn helemaal niet te bepalen, maar ruwweg zijn er experimentele en klassieke genres.

De opgang van de PC in het begin van de jaren 80 gaf aanleiding tot een compleet nieuw genre elektronische muziek, die aanvankelijk met gespecialiseerde geluidchips in pc's zoals de Commodore 64 werd gemaakt. Met de explosieve groei in de computermuziektechnologie is het aantal artiesten en dj's dat werkt met elektronische muziek overweldigend. Met de komst van opnamesystemen met harde schijf, kan elke computergebruiker thuis muzikant worden, en kan iedereen zijn muziek als amateur verspreiden.